Nooit eerder deden zoveel mensen mee aan een tuinvogeltelling als afgelopen keer. In het weekend van 29 tot 31 januari telden 198.000 mensen bijna 2.759139 (dus bijna drie miljoen) vogels. Vorig jaar waren er 90.000 mensen die samen 1,5 miljoen vogels telden.De nationale tuinvogeltelling (de momentopname) wordt sinds 2001 georganiseerd. De tellingen leveren belangrijke informatie op over de stand van de natuur dichtbij huis.
De top 3 bestaat dit jaar uit de huismus, koolmees en pimpelmees. Daarmee wijkt het beeld niet af van vorig jaar. Door het recordaantal deelnemers werden dit jaar ook een recordaantal vogels geteld. Toch werd er gemiddeld per tuin minder vogels gezien: 30 vorig jaar, tegenover 19 dit jaar. Door het zachtere winterweer van de afgelopen periode verblijven veel vogels nog in bossen en weilanden, waar nog voldoende voedsel beschikbaar is. Dit beeld wordt bevestigd door het groter aantal tjiftjaffen en zwartkoppen dan normaal dat in de tuinen werd gezien. Deze vogels zoeken het ’s winters steeds vaker dichter bij huis, waar ze voorheen in zuidelijker streken overwinterden.