Wageningse inwoner in groene tuin

Natuur in je tuin dempt klimaateffecten

Al veertig jaar woont Greet Steenhuis met haar man Frans aan de Veerstraat. In een prachtig huisje (twee-onder-een-kap) uit 1896, met een lange smalle tuin ervoor én erachter. Maar dan wel een tuin waar voorbijgangers even bij stil blijven staan. Zelfs in oktober is het nog een genot om naar te kijken. Als voorzitter van Groei & Bloei Wageningen draagt Greet haar tuinliefde graag uit. Op zaterdag 9 november vertelt ze tussen 13-17 uur haar verhaal over duurzaam tuinieren in de bibliotheek.

Verwacht van Greet geen strakke lijnen of in vorm gesnoeide hagen. “Er zijn mensen die het een rommeltje vinden, maar de meeste mensen genieten ervan. De tuin is vol met hoekjes en plantjes, en ik zorg dat er altijd wat bloeit. Dat is niet alleen leuk voor onszelf, maar ook voor insecten, en alle dieren die daar dan weer van leven. Nu bloeit bijvoorbeeld de klimop nog, wel tot in december.”

Groen tegen hitte

Als we het hebben over duurzaam wonen, dan lijkt het wel vooral over energie te gaan. “Terwijl groen ook zó belangrijk is”, vindt Greet. “Niet alleen voor de biodiversiteit, maar ook om de klimaateffecten op te vangen. Afgelopen zomer, toen het zo loeiheet was, leek het in de straat hiervoor wel een oven, daar wilde je echt niet zijn. Terwijl het in onze groene tuin nog prima uit te houden was!”

Ook bij fikse regenbuien is een begroeide tuin veel beter dan een stenen, omdat het zorgt dat niet al het water ineens het riool in loopt. “We zitten hier op een helling, dus het kan hier flink stromen. Daarom hebben we een grondput met kiezels ingegraven, zodat het water mooi de droge bodem in kan zakken.”

Groen, en toch weinig werk

Greet is ervan overtuigd dat een natuurlijke tuin niet veel werk hoeft te zijn. “Mensen betegelen de hele tuin omdat het onderhoudsarm is. En vervolgens moeten ze het onkruid ertussenuit halen, of de algen eraf schrobben. Terwijl, als je je tuin goed vol laat groeien, en zorgt dat de bodem goed bedekt is, je haast geen onkruid krijgt. Alles wat afsterft aan blad en stengels, kun je beter laten liggen, dat beschermt de bodem in de winter en biedt ook weer voedingsstoffen in het voorjaar. Hooguit haal je te dikke pakken bladeren van je gazon af, maar een paar blaadjes erop is juist goed. De regenwormen komen naar boven en trekken die de grond in, dat houdt de grasmat mooi luchtig. Die blaadjes en stengels zijn ook een mooie schuilplek voor egels. En die eten weer graag je slakken op. Leven en laten leven dus, duurzamer kan het eigenlijk niet.”