Dat wilde bijen heel belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening, dat snappen kinderen heel goed. In ieder geval de leerlingen van de Montessorischool en de Margrietschool Wageningen. Zij kregen op woensdag 22 maart, de eerste dag van de Plant4Daagse, een wilde bijenles van Nynke Groendijk van Werkgroep Biodiversiteit Wageningen en Anne Diepenhorst van IVN Het Groene Wiel.
De les startte op school, met een uitleg over hoe wilde bijen leven en wat hun rol is in de natuur. De les werd afgesloten met een spel en een quiz, om te testen wat de leerlingen aan natuurkennis hadden opgepikt -en misschien al wisten. “Best heel veel”, viel Nynke op. “De leerlingen weten bijvoorbeeld het verschil tussen de honingbij en de wilde bij, ze weten hoe bijen aan stuifmeel komen en wat er gebeurt met onze zuivelproducten als er geen bijen meer zouden zijn.” Eén leerling had onlangs de film Onder het maaiveld gezien en vertelde “dat je het leven onder de grond vooral met rust moet laten, dan help je de natuur het beste.”
Zaadbommetjes
Hoewel de les interessant was, was het wel lang stilzitten. Gelukkig mochten de leerlingen van de middenbouw van de Montessorischool ook aan de slag met het maken van zaadbommetjes; bolletjes voor in je tuin, gemaakt van leem, potgrond en zaadjes van inheemse plantensoorten. En konden de leerlingen van groep 7 van de Margrietschool op hun fiets springen om naar de Wageningse Eng aan de Geertjesweg te rijden. Daar gingen ze aan de slag op het land van eigenaar Willem Heemskerk.
Willem beheert één van de vier bijenoases* in Wageningen. Om de wilde bijen te helpen, heeft de Werkgroep Biodiversiteit Wageningen hier een bijenoase aangelegd. Samen met de Stichting Landschapsbeheer Gelderland hebben zij vorig jaar een paar honderd fruitbomen en inheemse struiken aangeplant, de velden klaargemaakt voor het inzaaien van een inheems bloemenmengsel, een bijenhotel gemaakt en een hooiruiter getimmerd waar het maaisel in wordt bewaard.
Bijenhotel
In het bijenhotel kunnen de wilde bijen hun larven laten opgroeien. In mei en juni vorig jaar hebben zij daar hun eitjes gelegd en de gaatjes vervolgens veilig dichtgemaakt met wat speeksel en zand of blad. En dan is het ‘vet cool’, aldus een van de toehoorders, dat straks de jonge bijtjes naar buiten kruipen en de bijenoase gaan verkennen. Ze kunnen dan naar hartenlust struinen tussen de vele bloemen die er het hele jaar door bloeien. Zo is er voor hen voedsel te vinden van het vroege voorjaar tot in de late herfst. Op hun beurt zorgen de bijen weer voor het bestuiven van bloemen en voedselgewassen, zoals appels, peren, kersen en tomaten.
Zaaien
Naast het bekijken van het bijenhotel, gingen de leerlingen in groepjes fanatiek aan de slag: met vullen van de ruiter met hooi, omharken van de grond en vervolgens inzaaien met een zand-bloemenmengsel (het zand voorkomt dat de zaadjes wegwaaien bij het uitstrooien). Ook namen ze een kijkje bij de schapen op het erf, die daar het land begrazen en van mest voorzien.
Oase of paradijs?
Het land op De Wageningse Eng is niet alleen een oase voor bijen. Ook voor andere soorten is het hier goed toeven, zowel boven als onder de grond. Er kruipen muizen in holletjes, die straks een lekker maaltje zijn voor uilen, mollen graven er hun molshopen, er loopt een haas rond op het land. En later in dit voorjaar vind je er vele wilde bijensoorten én andere insecten, die vast dolgelukkig zijn met dit groene paradijs aan de rand van de stad.
*: Het bijenoase project is gefinancierd door Provincie Gelderland en gemeente Wageningen en wordt uitgevoerd door Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG) in samenwerking met de werkgroep Biodiversiteit Wageningen. Nynke Groendijk is coördinator van de werkgroep.